Zondag rustdag, voor de mensen hier. In de stadshoogtepunten die we vandaag in Delhi bezoeken is het dus druk. Veel stellen en gezinnen. De man meestal kleurloos in een saaie broek met dito overhemd. De vrouw meestal in prachtige kleurige gewaden, een feest voor het oog. Heel veel zondagsgeluk zie je dan op zo’n dag, mensen die hun vrije dag eren met elkaars gezelschap en een mooi uitstapje.
Wat een enorm contrast met de donkere kant van deze stad die zich op deze eerste dag ook al zo opdringt. Bittere bedelarmoede, sloppenwoningen, afschuwelijk verminkte mensen die hun amputaties of handicaps tot troef van hun gebedel verheffen. Ik geef hen niets want dat lost niets op. Ik blokkeer mijn gevoel voor deze mensen want ik weet niet hoe ik er anders mee om moet gaan. Mensen die net zoveel mens zijn als ik, maar die toevallig op de verkeerde plek zijn geboren en nooit mogelijkheden hebben gekregen, of hebben kunnen pakken, om daar bovenuit te stijgen. Zo heftig en indringend als hier heb ik armoede nog niet eerder gezien, zelfs niet in Afrika. Ik heb geen idee voor een oplossing voor deze mensen vandaag. Analytische en abstracte troost ontleen ik alleen aan het feit dat de armoede wereldwijd heel hard terugloopt door de sterke economische groei in Azie en Afrika.
In 1926 werd het kastenstelsel afgeschaft. Iedereen voortaan gelijk, zo idealiseerde de visionaire leider Mahatma Ghandi de toekomst van zijn land. Vandaag was ik in een prachtige Hindutempel uit die optimistische periode, voltooid in de jaren dertig. Ghandi heeft destijds deze tempel ingewijd. De tempel is opgedragen aan het gelijkheidsideaal. Maar idealen verbleken nogal eens in een weerbarstige werkelijkheid. Ghandi werd door een politieke tegenstrever vermoord in 1948, hetzelfde jaar waarin India zich bevrijdde van kolonisator Groot-Brittannië. En nu nog altijd is kaste gewoon kleur. Alle reclameposters in de stad laten mensen zien met de lichtste tinten, want dat is het hoogste ideaal en het geluk. De verschoppelingen die bedelen bij de tempels die ik deze zondag bezocht, zijn zonder uitzondering donker van kleur.
Op het moment dat ik dit schrijf ben ik zo’n 20 uur in dit land. Dus mijn beeld van arm en rijk en van kaste en huid is natuurlijk nog een beetje onwennig. En natuurlijk ben ik nog niet helemaal in balans, na een lange reis, een te korte nachtrust en een intensieve eerste dag. Maar ik deenk toch dat ik ook morgen nog zal vinden dat dit land naast een economische uitdaging ook een enorme sociale uitdaging heeft.
Namasté!
Groet van Henk
Geef een antwoord